07 jul Een kijkje in de keuken van STIL.de tour
Het is vrijdagavond 30 juni, 19.33 uur. Ik kijk op de klok. De bus zou om half acht zijn vertrokken vanuit Sittard. De bus zou al drie minuten onderweg moeten zijn. De bus rijdt wellicht al op de weg richting de Tudderenseweg. Ik stuur productieleider Maartje een berichtje met de vraag of de bus al is vertrokken. Ze reageert dat de volle bus ‘nu’ vertrekt.
Het is vrijdagavond 19.39 uur. Ik kijk op de klok. De bus is nu zes minuten onderweg. Misschien rijden ze nu Tudderen in. Ik kijk om mij heen. Restaurant Grenzenlos zit vol eters, de medewerkers uit de bediening rennen met plateaus drankjes langs alle tafels. Ik kijk of ik de heer Kumar zie, de eigenaar. Hij staat achter de bar. Ik sta op, loop naar hem toe en kijk op mijn telefoon.
Het is 19.40 uur. Ik zeg tegen de heer Kumar dat de bus bij het benzinestation is aangekomen waar de toeschouwers de dansperformance van Joost Vrouenraets te zien krijgen. Ik vraag of de hapjes al klaar zijn zodat ik ze vast buiten op een tafel klaar kan zetten. Hij vraagt hoelang het nog duurt.
Het is 19.44 uur. Ik heb Maartje gevraagd of ze me wil laten weten als de dans bijna klaar is, zodat ik klaar kan staan met de hapjes. Het lijkt erop dat de keuken wil wachten met de hapjes tot de bus er echt is. Ik moet naar de wc, maar weet niet zeker of ik nog tijd genoeg heb.
Het is 19.46 uur. Ik was mijn handen en kijk in de spiegel. Ik heb een Bollywoodjurk aan die ik van de heer Kumar heb gekregen, ik draag gouden armbanden omdat ik dat wel bij Bollywood vind passen en een ring van Lieke omdat ik geen ringen heb. Ik kijk en realiseer me dat ik nog geen stip op mijn voorhoofd heb. Ik graai in mijn tas en vis er een rode lipstick uit. Midden op mijn voorhoofd, veel te hoog, zet ik een rode lipstick stip.
Het is 19.53 uur. Ik krijg een berichtje van Maartje met de mededeling dat de dans halverwege is. Ik loop naar de bar en weer terug. Mijn voeten zijn onrustig. De dans is halverwege en ik heb nog geen hapje gezien.
Het is 19.57 uur. Ik stuur Maartje een berichtje met de vraag of ze mij direct wilt laten weten als de dans is afgelopen, zodat ik met de hapjes klaar kan staan.
Het is 19.58 uur. Ik loop richting de keuken. Ik tuur door het keukenraam. Geen hapjes te bekennen. Ik klop bescheiden op de deur, open de deur en zeg dat de mensen nu in de bus stappen en de bus elk moment kan komen. Het is gelogen, maar ik wil wel klaar staan met de hapjes zodra de bus de hoek om komt. Ze zeggen mij dat ze de hapjes nog in de oven hebben zitten. De hapjes moeten tenslotte wel warm zijn als het geserveerd wordt. Ze zeggen dat ik ze moet laten weten als de bus er is. Als de bus er is? Dan ben ik al te laat. Ze zijn er over een minuut, overdrijf ik. De hapjes worden in hoog tempo in bakjes gedaan. De bakjes worden op schalen gezet, en voor ik het doorheb zie ik mijzelf met twee flessen saus in mijn hand in hoog tempo de bakjes van sausjes te voorzien. Zodra de eerste schaal klaar is, ren ik tevreden en opgelucht naar buiten. Ik heb het gered.
Het is 20.04 uur. Ik heb nog geen reactie van Maartje. Misschien is de dans zelfs nog bezig. Ik zet de hapjes op een tafel, mijn arm wordt wat stijf.
Het is 20.05 uur. De hapjes zijn weer mee naar binnen genomen, omdat het anders koud wordt. Op het moment dat de hapjes zijn verdwenen krijg ik een berichtje van Maartje dat de bus er over 2 minuten is.
Het is 20.06 uur. Ik ren achter Rana, de man die mij vanavond helpt met de hapjes, aan. Ik roep dat de bus er nu echt aankomt. Dat de bus er over twee minuten is. Hij glimlacht vriendelijk en zegt dat hij deze hapjes nog even in de oven doet en andere warme hapjes mee terug neemt. Ik besluit dat ik niet meer kan doen dan op hem vertrouwen. Ik kijk de drukke straat van het winkelcentrum in. Als er nu maar geen bus de hoek om komt.
Het is 20.07 uur. Er is nog geen bus. Rana komt met een nieuwe lading hapjes naar buiten.
Het is 20.07 uur. De bus komt de hoek omrijden.
Het is 20.08 uur. De bus stopt. De deur gaat open. Bollywoodmuziek komt mij tegemoet. Ik dans half terwijl ik de hapjes uitdeel en weer verdwijn. Opgelucht loop ik terug het restaurant in terwijl ik Rana een high five geef. Het is gelukt. De bus rijdt verder, over grenzen, langs grenzen, tot grenzen. Naar de Maas, naar vergeten plekken, naar stilte. En ik kan weer ademen.
Saskia de Haas
Geen reactie's