15 okt We stonden stil op het strand
door Saskia de Haas
We zijn op het Almeerderstrand. Op het grootste strand van Almere. Het wordt sinds kort ook wel het Monaco van Nederland genoemd. Het is begin oktober. Wij zijn op dit strand met onze STIL. zuil neergestreken. Hier staan we stil, observeren we en zoomen we in. Het regent veel, maar tijdens de voorstellingen is het gelukkig even droog.
Met koptelefoons over de oren lopen we met het publiek over het natte zand. We nemen ze mee naar de oudste en enige bewoner van het strand. En we nemen ze mee naar de inwoners van de nieuwe wijk DUIN. Zij zijn nog niet zo lang geleden in de duinen komen wonen, achter de dijk.
Verstopt tussen struiken en bomen, tussen het groen, ligt Strandpaviljoen ’t Muiderzand van Meneer van der Ham. Meneer van der Ham is sinds het allereerste begin de trotse eigenaar. Al 44 jaar lang. Hij woont in het huis ernaast. Zijn strandpaviljoen zit vol verhalen. Over pokerende zigeuners. Over windsurfers. Over bruiloften. Over glasscherven die hij dagelijks kon opvegen omdat er brood en bier gestolen werd. En over het blotebillenconcert van de Libellevrouwen die tijdens de Libelle Zomerweek massaal voor zijn huis in de bosjes plasten.
Het publiek kijkt vanuit de struiken naar Strandpaviljoen ‘t Muiderzand. Over de koptelefoon horen ze de verhalen en zijn stem. Het lijkt alsof de tijd er heeft stil gestaan. Het terras staat er nog netjes bij, maar er lijkt al tijden niet meer op de stoelen gezeten te zijn. Het groen rondom woekert alle kanten op.
Afgelopen zomer is meneer van der Ham 75 jaar geworden. Hij heeft altijd hard gewerkt. Van kinds af aan. Maar het is tijd geworden om te stoppen. Hij wil de strandtent verkopen. Maar hij vindt het nog moeilijk om het los te laten.
Meneer van der Ham loopt door zijn strandtent, naar het raam. Hij staart naar buiten, draait zich om en doet de lichten één voor één uit.
Het publiek wordt meegenomen naar een volgende plek op het strand. Uit het niets duiken dertig strandbedjes op. Ze worden met kleine lampjes verlicht. Op elk bed ligt een dekentje. Het publiek gaat liggen. De lichtjes gaan uit. Over de koptelefoon spreken de nieuwe inwoners van DUIN. Ze praten over grote omslagen in het leven en over hun nieuwe begin hier. Maar ook over de modelwoning, de beruchte buurtapp, hun ergernissen in de wijk, en in het bijzonder over de behoefte aan sociale voorzieningen waarbinnen zij deze verhalen met elkaar kunnen delen.
Dan mag het publiek langzaam in beweging komen. Ze mogen zich klaarmaken voor een feestje. In de verte duikt een verlaten buurthuis op.
De eerste avond is de avond van bewoner Paul. Paul mist een plek om samen te komen in DUIN. Een plek waar je binnen kunt lopen, om te biljarten en een biertje te drinken. Een plek waar ook de jeugd iets kan doen. Een ontmoetingsplek, voor iedereen uit de wijk.
Speciaal voor Paul hebben we een biljarttafel het strand op gesleept.
Hij wacht het publiek op. En dan, als iedereen de koptelefoon af heeft, vraagt hij enthousiast door de microfoon wie er met hem wil biljarten. De voorstelling wordt vanaf hier door de bewoners overgenomen. Onder het genot van echt Duinbier en een bitterbal kijken we, praten we en komt het buurthuis voor een avond tot leven. Drie dagen lang opnieuw met een andere bewoner.
De tweede avond is van Marije. Zij wilde graag iets kleins voor de buurt organiseren, een filmavond op het strand. Zij vertoont op zaterdagavond de vlog ‘Poort meets Duin’ van Mariska, een bewoner uit Almere Poort.
De laatste middag is van bewoner Su. Zij geeft het publiek de opdracht om de omgeving en elkaar beter te leren kennen. We gaan strandjutten. Van de gevonden voorwerpen wordt een gezamenlijk kunstwerk gemaakt.
We hebben het publiek meegenomen langs verhalen van de oudste bewoner, die hier een hele geschiedenis heeft en zich langzaam heeft laten verstoppen tussen het groen. En langs de verhalen van de nieuwe bewoners, die hier opnieuw zijn begonnen, een gemeenschap willen opbouwen en zichtbaar willen zijn.
Hier stonden we stil. Op het strand. Met hen.
Ruud vd Well
Posted at 15:53h, 20 meiİk kwam elke dag bij Ruud vd Ham ,met me taxi en als ik vrij was ,koffie met appelgebak,hij noemde me de directeur,maar ik ben zijn naam genoot Ruud ,een tijd die helaas Nooit meer terug komt en een tijd om te koesteren,bedankt Ruud voor de gesprekken en gezelligheid !!!!